Was jij ook bij de officiële opening van het Sparreveld, vlak voor de zomervakantie? Dan heb je vast van die heerlijke hapjes van Mila geproefd. Met een brede glimlach stond ze achter haar kraam. Ooit wil ze een cateringbedrijf beginnen.
Een paar weken na het Sparreveld vertelt ze over haar leven: van vallen, opstaan en weer doorgaan. Daar is moed en een positieve instelling voor nodig. En die heeft ze volop. “27 jaar geleden kwam ik in Nederland. Mijn man werkte en ik was de hele dag alleen. Ik durfde de gordijnen niet open te doen. Ik durfde de voordeur niet open te doen. Ik had geen vriendinnen, ik sprak geen Nederlands. Toen we in Groningen kwamen wonen leerde ik wat Bengaalse mensen kennen, die gingen naar school en dat wilde ik ook. Maar ja, ik werd zwanger van ons tweede kind en kreeg gezondheidsproblemen, dus dat ging niet door. Toen de kinderen naar de peuterspeelzaal gingen, hoorde ik van vrouwengroep Jasmijn in het Floreshuis.”
Mila werd er vrijwilliger. Vanaf dat moment ging de bal rollen, en dat doet ‘ie nog steeds: hapjes maken, koken voor anderen, zwemdiploma’s halen (ze is inmiddels gediplomeerd zweminstructeur), een cursus geven over gezond eten, bijeenkomsten leiden over sparen en budgetteren… Tot er in 2019 opnieuw een kink in de kabel kwam. “Mijn man werd heel ziek. Mijn wereld stond op de kop. Hij deed altijd de boodschappen en nu moest ik dat doen. Ik merkte hoe duur alles was. Hij reed altijd auto, ik had geen rijbewijs. Dus dat heb ik gehaald. Ik moest nu gaan bepalen wat er thuis gebeurt.”
Mila kijkt hoopvol naar de toekomst. “Koken is leuk, Het is mijn hobby. Ik wil graag ondernemen. Het is wel afhankelijk van hoe het mijn gezondheid gaat. Een eigen zaak blijft mijn droom. Ik ben nu 46. Misschien over een jaar of 5?”
